Het onderhoud van je auto: wat kun je zelf doen?

Wat kun je zelf regelmatig controleren aan je auto?

De vloeistoffen in je auto kun je zelf controleren en bijvullen als dat nodig is. Je kunt ook de ruitenwissers vervangen en zorgen voor de juiste bandenspanning. Dit kleine onderhoud kun je voor je deur doen, of bij het tankstation.

Je auto onderhouden: check de motorolie

Is je motorolie op? Dat kan een probleem zijn. Want de motor heeft altijd olie nodig om soepel te draaien. Als je motorolie (bijna) op is, kan er schade aan je motor ontstaan. Daarom is het belangrijk dat je regelmatig het oliepeil controleert. Bijvoorbeeld elke maand.

Zo check je het motoroliepeil:

• 1
  Wacht tot de motor koud is. Ga dus niet meten wanneer je net hebt gereden. Wacht minstens tien minuten.
• 2
  Houd een schone doek of keukenpapier bij de hand.
• 3
  Open de motorkap.
• 4
  Zoek de peilstok van de motorolie. Deze herken je aan het ooguiteinde waar je je vinger doorheen kunt halen.
• 5
  Haal de peilstok uit de olie en maak hem goed schoon met de doek.
• 6
  Plaats de peilstok terug in de olie, wacht een paar seconden en haal hem er weer uit.
• 7
  Onderaan de peilstok zie je ‘min.’ en ‘max.’ staan. Hiertussen moet het oliepeil zijn.
• 8
  Komt het peil tot onder het minimum? Controleer in het boekje van je auto welke motorolie je nodig hebt en vul dan maximaal één liter bij.
• 9
  Check of het oliepeil nu wel voldoende is.

Naast het bijvullen van de motorolie, is het nodig om de olie soms te vervangen. Alle olie moet dan uit de motor wegdruipen en de filter moet worden vervangen. Je auto staat hiervoor op een hefbrug en de olie moet bij speciaal afval worden weggegooid. Dit kan een auto-onderhoudsbedrijf voor je doen.

Heeft je auto nog genoeg ruitenwisservloeistof?

Het is belangrijk dat er genoeg ruitenwisservloeistof in je auto zit. Want voor een veilige autorit heb je goed zicht nodig en dus schone ruiten. Gebruik in de winter vloeistof met antivries. Anders bevriest de ruitenwisservloeistof en kunnen het reservoir, de leidingen en de sproeikoppen bevriezen. Je kunt dan je autoramen niet schoonmaken.

Zo vul je ruitenwisservloeistof bij:

• 1
  Koop ruitenwisservloeistof voor het juiste seizoen. Ruitenwisservloeistof met antivries is blauw van kleur. De zomervariant is roze of geel.
• 2
  Open de motorkap.
• 3
  Zoek de plek waar je ruitenwisservloeistof kunt bijvullen. Je herkent die aan het icoontje van een voorruit met druppeltjes erop.
• 4
  Ga je over op ruitenwisservloeistof met antivries? Zorg dan eerst dan de andere vloeistof eruit is. Dit kun je doen door te blijven sproeien tot het op is.
• 5
  Zit de ruitenwisservloeistof met antivries erin? Sproei dan meteen een klein beetje, zodat het ook in de leidingen zit.
• 6
  Sluit de motorkap.

Ruitenwissers vervangen hoort bij het onderhoud van je auto

Laten je ruitenwissers strepen achter of piepen ze als je ze gebruikt? En blijven ze dit doen nadat je ze hebt schoongemaakt? Dan is het tijd voor een nieuw setje. Ruitenwissers kun je online bestellen of in de winkel kopen.

Zo vervang je de ruitenwissers:

Schaf de juiste nieuwe ruitenwissers aan. Bij elke set staat vermeld voor welke auto deze geschikt is.

• 1
  Koop de juiste nieuwe ruitenwissers. Bij elke set staat vermeld voor welke auto die geschikt is.
• 2
  Zet de ruitenwissers omhoog, van de ruit vandaan.
• 3
  Druk het clipje in waarmee het wisserblad vastzit.
• 4
  Schuif nu het wisserblad van de ruitenwisserarm af.
• 5
  Schuif de nieuwe wissers erop.
• 6
  Plaats de ruitenwisser terug op de ruit.
• 7
  Test voordat je de weg op gaat of de ruitenwissers goed over de ruit vegen

Bandenspanning controleren

Het is belangrijk dat je regelmatig de bandenspanning van je auto controleert. Want te zachte banden verminderen de grip op de weg. Daardoor slip je eerder en heb je een langere remweg.

Je controleert de bandenspanning bij een tankstation, waar je de banden ook op spanning kunt brengen. Elke auto heeft een andere bandenspanning nodig. Hier vind je de juiste bandenspanning voor jouw auto:

• In de deur, bij de tankdop.
• In het instructieboekje van je auto
• Op het spanningsapparaat bij het tankstation.